Wanneer heb ik een extra 12 volt aansluiting nodig ?
Moderne caravans zijn voorzien van ingebouwde accesoires die stroomvoorziening nodig hebben.
Stroomvoorzieningen bij 13 polige stekkerdozen zijn onderverdeeld in 2 groepen.
De constante spanning op pen 9 en bijhorende massa op pen 13. De geschakelde spanning op pen 10 en bijhorende massa op pen 11.
Voor deze aansluitingen gebruikt men draden van 2.5 mm afgezekerd met een zekering van Maximaal 20 Amp. in de nabijheid van de accu.
Gebruik van dikkere draden is af te raden daar de grootste spanningsverliezen onstaan bij de electrische verbindingen en dikkere draden moeilijker te verbinden zijn.
De constante spanning wordt meestal gebruikt voor een binnenverlichting of een waterpompje.
Zodoende kunnen deze verbuikers niet de accu van de wagen leegtrekken.
de geschakelde spanning is bedoeld voor het laden van een accu in de caravan. Zo voorkomt men na een rustpauze het leegtrekken van de accu van het voertuig.
Wat is een C2 controle module ?
Dit is een waarschuwingssysteem (visueel of akoestisch) dat de bestuurder er attent op maakt wanneer er een knipperlicht van de aanhanger of fietsdrager defect is.
Een C2 module is enkel verplicht in Duitsland, Oostenrijk en Engeland.
In alle andere landen van Europa is het wel toegestaan maar niet verplicht.
Soms is een C2 module aanwezig in een trekhaken-kabelset of zelfs standaard in het voertuig.
Toekomstig gezien zal deze regeling voor heel Europa gelden.
Wat wil Can-Bus technologie zeggen ?
Onzichtbaar maar duidelijk aanwezig, een moderne auto zit vol met koperen draden die van hot naar her lopen.
Zowat alle elektrische systemen zijn met elkaar verbonden zodat ze, wanneer dat nodig is, in real-time met elkaar kunnen comuniceren.
Je zou misschien denken dat alles aan 1 grote, monsterachtige processor hangt, die als een dirigent allles op elkaar probeert af te stemmen. Maar gelukkig is de firma BOSCH vanaf 1983 met de ontwikkeling begonnen van een systeem dat het toenemende electronisch gebabbel tussen autocomponenten moest kanaliseren.
Het CANBUS systeem was geboren. Ondertussen in zowat elke moderne wagen, motorfiets, vrachtwagen en zelfs electrische fiets aanwezig.
CANBUS staat voor Controller Area Network Bus en is een standaard voor datatransmissie tussen componenten.
In mensentaal gaat het om een (twee-aderige, Can-Hi en Can-Low) kabel die van component naar component gaat en ze zo allemaal met elkaar verbindt. Dus ook belangrijk om de trekhaak aansluiting met de wagen te laten communiceren.
De volgorde waarin dit gebeurd, is a priori niet belangrijk. Omdat er bovendien geen centrale sturing is, kunnen de componenten naar eigen goeddunken data op de bus (= de kabel) gooien, en krijgen ook al die componenten die data toegestuurd.
Niet alle componenten hebben die informatie natuurlijk nodig, dus elke keer dat er data wordt verstuurd, wordt ook vermeld voor wie het bedoeld is.
Om te vermijden dat iedereen tegelijkertijd zou sturen en dus elkaars data zou overschrijven, heeft elk component ook een zekere prioriteit. En je kan al raden dat het meest belangrijke component dan ook voorrang krijgt.
Wat zijn dan die componenten? Wel, dat zijn zowel sensoren (bv. de stuurhoeksensor, rempedaalsensor, gaspedaalsensor, e.a.) als actoren (bv. de remactuators, airbagonstekers, lichten, e.a.), en eventueel ook processoren die informatie van verschillende sensoren verwerken om actoren aan te sturen.
Een voorbeeld van deze laatste is de ECU of Engine Control Unit, die het motorverloop regelt (inspuiting, turbodruk, enz.) en bijstuurt afhankelijk van de real-time omstandigheden (gaspedaal, atmosferische druk, enz.).
Maar net zo goed kan dit een sturing zijn die ervoor zorgt dat je met een druk op de knop van de afstandbediening, tegelijkertijd de ramen sluit, de deuren vergrendeld en het open dak dichtschuift.
ESP, ABS, tractiecontrole, enz. allemaal zijn ze mogelijk dankzij CANBUS.
Je kan je wel voorstellen dat al deze componenten, en dat zijn er in een moderne wagen heel wat, een enorme hoeveelheid aan data versturen en deze is niet altijd even belangrijk.
Daarom vind je tegenwoordig verschillende CANBUS systemen door elkaar, die elk een deel van de componentgroepen (aandrijving, veiligheidssystemen, comfort, enz.) koppelen.
Het hele systeem heeft trouwens verschillende foutdetectie systemen ingebouwd, en geeft ook foutcodes door naar de verschillende interfaces.
Daarom brandt er bijvoorbeeld op een slechte dag misschien een motorlampje op je dashboard en aangeeft dat een van de componenten een probleem heeft.
Dit hoeft niet altijd dramatisch te zijn (vb. het lampje om je te melden dat je ruitenwisservloeistof bijna op is, wordt op dezelfde manier aangestuurd).
Zonder CANBUS hadden we nooit het comfort, de veiligheid en de functionaliteit gehad die we van hedendaagse wagens gewend zijn.
Door het gebruik van Can-Bus technologie heeft de auto-industrie minder bedrading en connectoren nodig in het voertuig.
Waar mogelijk gebruiken verschillende kabelset-fabrikanten zoals ECS Electronics deze techniek.
De Can-Bus module, waarvan specifieke kabelsets voor trekhaken gebruik maken, communiceert met het voertuig.
Op deze manier worden de signalen (of commando's) doorgegeven tussen voertuig en trailer, caravan of fietsdrager.
Check Control of boordcomputer in verband met trekhaak aansluiting.
Een Check Control systeem informeert de bestuurder of er een lamp van het voertuig defect is.
Deze systemen meten de belasting van de lampen hierdoor is het niet mogelijk om rechtstreeks de bekabeling van de trekhaak op het voertuig aan te sluiten.
Rechtstreekse aansluiting op de bekabeling van het voertuig veroorzaakt overbelasting en leidt in veel gevallen tot de totale uitval van de verlichting van het voertuig.
Op volgende wijze kan U zelf (of door een specialist) controleren of het voertuig hiermee uitgerust is.
1 - Ontkoppel een connector van de achterlichtunit
2 - Start de Auto
3 - Druk het rempedaal in
4 - Zet de verlichting aan
5 - Controleer or een een foutmelding of alarm-symbool verschijnt op het instrumenten-paneel
6 - Geen melding = Geen Check Controle systeem
Indien er wel een melding of alarm-symbool gaat branden is er een specifieke kabelset voor aansluiting trekhaak nodig.
kwaliteitsnormen EC 94/20 betreffende trekhaak wagens
Wij verkopen en plaatsen uitsluitend trekhaken met EEG-keuring die voldoen aan de Europese richtlijn EC 94/20.
31994L0020 Richtlijn 94/20/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 mei 1994 betreffende mechanische koppelinrichtingen van motorvoertuigen en aanhangwagens en de bevestiging van die inrichtingen aan deze voertuigen Publicatieblad Nr. L 195 van 29/07/1994 blz. 0001 - 0060 Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 26 blz. 0136 Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 26 blz. 0136 RICHTLIJN 94/20/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD van 30 mei 1994 betreffende mechanische koppelinrichtingen van motorvoertuigen en aanhangwagens en de bevestiging van de inrichtingen aan deze voertuigen HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A, Gezien het voorstel van de Commissie (1), Gelet op het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2), Overeenkomstig de procedure van artikel 189 B van het Verdrag (3), Overwegende dat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen omvat waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal gewaarborgd is; dat de daartoe noodzakelijke maatregelen dienen te worden genomen; Overwegende dat de technische voorschriften waaraan motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan overeenkomstig de nationale wetgeving moeten voldoen, onder andere betrekking hebben op mechanische koppelinrichtingen van dergelijke voertuigen; Overwegende dat deze voorschriften van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen; dat het derhalve noodzakelijk is dat alle Lid-Staten dezelfde voorschriften goedkeuren, hetzij als aanvulling op hetzij ter vervanging van hun bestaande regels, zodat met name de EEG-typegoedkeuringsprocedure volgens Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (4) kan worden toegepast; Overwegende dat deze richtlijn een van de bijzondere richtlijnen zal zijn van de EEG-typegoedkeuringsprocedure die bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad is vastgesteld; dat de bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG betreffende voertuigsystemen, onderdelen en technische eenheden derhalve van toepassing zijn op deze richtlijn; Overwegende dat het met het oog op de verbetering van de verkeersveiligheid en de onderlinge verwisselbaarheid van motorvoertuigen en aanhangers in het internationale verkeer van belang wordt geacht dat alle soorten voertuigen die een trekker/aanhangwagencombinatie of een trekker/opleggercombinatie vormen, met genormaliseerde en geharmoniseerde mechanische koppelsystemen worden uitgerust; Overwegende dat het wenselijk is uit te gaan van de technische voorschriften van Reglement nr. 55 van de ECE (Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties) inzake eenvormige voorschriften betreffende mechanische koppelingsonderdelen van voertuigcombinaties; dit reglement behoort bij de Overeenkomst van 20 maart 1958 betreffende het aannemen van eenvormige goedkeuringsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorrijtuigen; Overwegende dat voor de uniforme afmetingen van mechanische koppelsystemen voornamelijk van internationale normen (ISO) is uitgegaan om ervoor te zorgen dat de afzonderlijke voertuigen die een trekker/aanhangwagencombinatie of een trekker/opleggercombinatie vormen onderling verwisselbaar zijn en om een vrij verkeer van goederen tussen de Lid-Staten te garanderen, HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 In deze richtlijn wordt verstaan onder: - "voertuig": ieder voor deelneming aan het wegverkeer bestemd compleet of niet-compleet motorvoertuig, zoals bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 70/156/EEG, op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km/h, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails voortbewegen, landbouw- en bosbouwtrekkers en alle mobiele machines; - "mechanische koppelinrichting": een mechanische koppelinrichting waarvoor typegoedkeuring als onderdeel in de zin van artikel 2 van Richtlijn 70/156/EEG kan worden verleend. Artikel 2 De Lid-Staten mogen: - de EEG- of nationale typegoedkeuring van een voertuig niet weigeren of de verkoop, de registratie, het in het verkeer brengen of het gebruik van een voertuig weigeren of verbieden om redenen die verband houden met de uitrusting van het voertuig met mechanische koppelinrichtingen, - de EEG- of nationale typegoedkeuring voor onderdelen van een mechanische koppeling niet weigeren, of de verkoop of het gebruik van een mechanische koppelinrichting verbieden, indien aan de voorschriften van de bijlagen wordt voldaan. Artikel 3 De Lid-Staten nemen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan om uiterlijk achttien maanden na de datum van aanneming aan deze richtlijn te voldoen en maken die bepalingen bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Wanneer de Lid-Staten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten. Zij passen die bepalingen achttien maanden na de datum van aanneming van deze richtlijn toe. Artikel 4 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 30 mei 1994. Voor het Europees Parlement De Voorzitter E. KLEPSCH Voor de Raad De Voorzitter TH. PANGALOS (1) PB nr. C 134 van 25. 5. 1992, blz. 36. (2) PB nr. C 313 van 30. 11. 1992, blz. 10. (3) Advies van het Europees Parlement van 29 oktober 1992 (PB nr. C 305 van 23. 11. 1992, blz. 115). Gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 27 september 1993 (nog niet in het Publikatieblad verschenen). Besluit van het Europees Parlement van 9 maart 1994 (nog niet in het Publikatieblad verschenen). (4) PB nr. L 42 van 23. 2. 1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/53/EEG (PB nr. L 225 van 10. 8. 1992, blz. 1)..
Welke technische keuring trekhaak na plaatsing ?
Het Koninklijk Besluit van 2 juli 2001 regelt de technische keuring van voertuigen met een koppelingsinrichting (trekhaak). Deze wet is van toepassing op personenvoertuigen, voertuigen voor dubbel gebruik en minibussen.
Trekhaak voor maximaal 750kg, fietsen- of motordrager:
Als u een koppelingsinrichting voor een fietsendrager of aanhangwagen van maximaal 750 kg monteert, moet u dit meteen na installatie laten keuren. Er zal een trekhaakkeuring worden uitgevoerd en het toegelaten gebruik wordt vermeld op het keuringsbewijs. Een koppelingsinrichting die al in de fabriek door de fabrikant gemonteerd is op een nieuw voertuig, moet ook bij ingebruikname gekeurd worden.
Het tarief voor deze technische keuring trekhaak bedraagt 15,40 euro.
Trekhaak voor meer dan 750kg:
- Als u een bolkoppeling voor een aanhangwagen van meer dan 750 kg monteert, moet u dit meteen na installatie laten keuren. Er zal een volledige keuring van het voertuig uitgevoerd worden en het afgeleverde keuringsbewijs zal het toegelaten gebruik van de koppelingsinrichting vermelden. Het voertuig zal jaarlijks gekeurd moeten worden. Dit geldt ook voor personenauto’s die nog geen vier jaar oud zijn. Een bonusjaar wordt niet toegekend..
Het tarief voor deze technische keuring trekhaak bedraagt 38,50 euro, deze keuring is jaarlijks.